Waarom / doel van de activiteit

De welpen bewust maken wat afval is.

Beschrijving van de activiteit

Jakala is het zat: in de Talaab poel ligt steeds meer afval en Shanti ziet dat, toch ziet z dingen liggen waarvan ze vragen heeft of dat wel afval is.

Ren je rot is een vragenspel, dat je zowel binnen als buiten kunt spelen. Er worden drie grote vakken gemaakt, waarbij er een duidelijke scheiding tussen de verschillende vakken is. De vakken worden duidelijk gemarkeerd met 1, 2 en 3. De spelers staan in hun nesten op voldoende afstand van deze vakken. 

De spelleider stelt de vraag en geeft de drie mogelijke antwoorden. Na het laatste woord van de kreet "REN JE .... ROT!" rennen de welpen zo snel mogelijk naar het vak van hun keuze. Iedere welp kiest voor zich.

De spelleider bepaalt wanneer niet meer mag worden gewisseld van vak. Dan geeft hij het juiste antwoord. Door het goed beantwoorden van vragen, kan elk nest punten verdienen. De welpen die in het goede vak staan, krijgen allemaal een dennenappel (tennisballetje, dropje, etc). Zij doen dit bij hun eigen nest in de mand, de emmer of de schaal die daarvoor klaar staat. Welknest heeft na afloop de meeste punten verdiend?

De vragen
Wie bel je als je het grofvuil kwijt moet?

1. De reinigingsdienst van de gemeente
2. De vuilnisman
3. De politie

Hoe heet het hergebruiken van afval?

1. Sorteren
2. Verbranden
3. Recyclen

Wat gebeurt er met afval dat niet naar de verbranding gaat?

1. Dat gaat naar de vuilstort
2. Dat word niet opgehaald
3. Al het afval word verbrand

Wat is geen chemisch afval?

1. Batterijen
2. Leeg verfblik
3. Leeg knakworsten blik

Waar moet je jou chemische afval laten?

1. In de afval bak
2. In de chemobox
3. Bij het GFT afval

Hoeveel afval gooien Nederlanders per persoon, per jaar weg?

1. 100 kg
2. 500 kg
3. 1000 kg

Hoe heet de afvalverwerking door de natuur?

1. Voedsel kringloop
2. Compost
3. Modder

Als je afval achter laat in de natuur. Hoelang doet het erover om door de natuur te worden afgebroken?

• Papier

1. Paar dagen tot een half jaar
2. Bijna een jaar
3. Drie jaar

• Sigarettenpeuk:

1. 6 tot 12 maanden
2. 1 tot 5 jaar
3. 5 tot 10 jaar

• Een plasticfrisdrank / PETfles

1. 1 tot 5 jaar
2. 5 tot 10 jaar
3. 10 tot 20 jaar

• Kauwgum:

1. 10 tot 15 jaar
2. 15 tot 20 jaar
3. 20 tot 25 jaar

• Aluminium blikje:

1. 80 tot 1 miljoen jaar
2. 20 tot 40 jaar
3. 40 tot 80 jaar

• Glazen fles

1. 100 jaar
2. 1000 jaar
3. Nooit

• Appelklokhuis

1. 2 weken
2. 6 tot 12 maanden
3. 1 tot 3 jaar

• Banaanschil, sinaasappelschil

1. 2 weken
2. 6 tot 12 maanden
3. 1 tot 3 jaar

Benodigd materiaal

• Vragenlijst.
• 3 papieren met de cijfers 1,2 en 3 er op.
• Punten voor de goede antwoorden: dennenappel, tennisballetje, dropje, etc.
• Een mand of iets dergelijks om de punten in te verzamelen.

Tips

• Zorg ervoor dat de grens tussen de verschillende vakken duidelijk is.
• Deze activiteit heeft betrekking op het duurzame ontwikkelingsdoel: Doel 12 Duurzame consumptie en productie, en doel 13 Klimaatsverandering aanpakken.