Waarom / doel van de activiteit

Wolken, regen, de regenboog. Wat hebben die met elkaar te maken? Wolken zien er verschillend uit. Uit de wolken valt regen. Soms kun je een regenboog zien. Hoe ziet een regenboog eruit? Weet je dat je zelf een mooie regenboog kunt maken? Dat gaan de bevers in deze opkomst samen met Bas Bos onderzoeken.

Beschrijving van de activiteit

Wolken, regen, de regenboog. Wat hebben die met elkaar te maken? Wolken zien er verschillend uit. Uit de wolken valt regen. Soms kun je een regenboog zien. Hoe ziet een regenboog eruit? Weet je dat je zelf een mooie regenboog kunt maken? Dat gaan de bevers in deze opkomst samen met Bas Bos onderzoeken.

Wolken kijken

Bas bos gaat met de bevers naar buiten. Hij laat de bevers op het gras op de grond liggen. Zo kunnen ze de wolken goed bekijken. Hoe zien de wolken wolken er uit? Zien ze figuren in de wolken? Welke kleur(en) hebben de wolken?

Hierna mogen de bevers weer gaan zitten, samen zetten ze de stoelen in een kring. Hij laat de de foto’s van de drie typen wolken zien. Welke foto lijkt het meest op de wolken die ze gezien hebben?

Bas Bos vertelt dat wolken er verschillend uit kunnen zien. De wolken kunnen heel dun zijn, of juist heel dik. Soms zijn ze wit, soms zwart en soms zien ze er roze uit. Bas vraagt aan de bevers: ‘Maar wat is een wolk nou eigenlijk?’ Bas legt het verschil tussen de 3 foto's uit:

• Cirruswolken komen op grote hoogte voor. Deze bewolking bestaat uit ijskristallen. Als de cirrusbewolking uit het westen komt en steeds dichter wordt, dan is dit vaak een teken dat er slecht weer aankomt. Soms wordt deze bewolking ook veroorzaakt door vliegtuigen. Er komen dan ‘witte strepen’ in de lucht.
• Cumuluswolken of stapelwolken zijn dichtere, hogere wolken. Deze wolken ontstaan als warme lucht opstijgt en uitzet.
• Stratuswolken zijn laaghangende grijze wolken. Ze vormen soms een mistbank boven de grond. Stratuswolken kunnen samengaan met regen, ijskristallen of sneeuwvlokken.

Wolken maken

Bas gaat met de bevers naar een raam in het lokaal. Hij laat ze allemaal op het raam uitademen. Wat gebeurt er?

Bas vertel dat de bevers op de ruit zelf een soort wolken hebben gemaakt. In hun warme adem zit waterdamp. Dat wordt koud door het raam. Daardoor ontstaan er druppeltjes. In het echt ontstaan wolken ook op deze manier. Een wolk is dus eigenlijk een verzameling druppeltjes.

De bevers gaan weer aan tafel zitten. Geef ze allemaal een stuk A4-karton. Laat de bevers een wolk maken van watten. Vertel daarbij dat ze moeten denken aan de wolken die ze buiten hebben gezien. Schrijf op ieder stuk karton wie het gemaakt heeft en wat die bever in zijn of haar wolk zag.

Regenboog maken

Naast wolken zie je ook wel eens een regenboog in de lucht. Bas vraagt de bevers of ze ooit een regenboog hebben gezien. Hij legt uit dat een regenboog ontstaat doordat er licht op de waterdruppeltjes schijnt. Als je buiten een regenboog ziet, komt dit vaak doordat de zon op de regendruppels schijnt.

Ga aan het einde van de dag, als de zon laag staat, met de groep naar buiten. Laat de bevers met hun rug naar de zon staan. Pak de tuinslang en zet deze aan. Houd de slang op de ooghoogte van de bevers. Welke kleuren zien ze?

Als de zon niet schijnt, kunt je ook binnen een regenboog maken. Schijn met een zaklamp in een hoog glas water en houd er een wit papier achter. Dit experiment geeft echter een minder duidelijk
resultaat dan het proefje met de tuinslang.

Geef de Bevers de kleurplaat en laat ze de regenboog inkleuren. Ze gebruiken hiervoor de kleuren die ze ook in de regenboog zagen. Daarna kleuren ze de hele kleurplaat. Tijdens het kleuren leest Bas het verhaal: "Het regent, Het regent" voor.

Bespreek en herhaal met de bevers wat ze hebben geleerd en gedaan. Vraag: ‘Wat zijn wolken eigenlijk? En hoe ontstaat een regenboog?’

We ervaren zonlicht als wit licht. Maar in feite bestaat zonlicht uit verschillende kleuren. Die worden zichtbaar als zonlicht wordt gebroken door waterdruppels. Er ontstaat een regenboog doordat de ene kleur meer wordt gebroken dan de andere. De kleuren die je in een regenboog ziet, verschijnen altijd in dezelfde volgorde: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Een ezelsbruggetje om dit te onthouden is de volgende: Roddelen Over Gekke Grote Broer Is Vals. Er is ook een ezelsbruggetje waar de kleuren indigo en violet vervangen worden door paars: Rijden Over Grote Gekronkelde Bos Paden.

Hang aan het einde van de opkomst de gekleurde regenbogen in het lokaal op.

Benodigd materiaal

• Foto's van bevolking: Cirruswolken, Cumuluswolken of stapelwolken, Stratuswolken
• Vellen karton
• Tuinslang of vel wit papier, een glas water & een zaklamp
• Lijm
• Watten
• Kleurpotloden van de kleuren van de regenboog
• Kleurplaten
• Verhaal: Het regent, het regent!