Waarom / doel van de activiteit
Bevers leren over kleuren, gezonde voeding en seizoensgroenten. Ze krijgen bewustwording van duurzame keuzes in voeding (zoals lokaal, seizoensgebonden en plantaardig eten).
Beschrijving van de activiteit
Voorbereiding:
- Was en snijd de harde groenten eventueel voor.
- Leg groenten in kommetjes per kleur (rood, oranje, geel, groen, paars/wit).
- Zet alles klaar op beverhoogte.
“Waar komen onze groenten vandaan?”
Doel: De bevers kennismaken laten maken met het idee dat eten groeit, dat er verschil is tussen seizoenen, en dat sommige keuzes beter zijn voor de natuur.
Rozemarijn is in haar groente tuin bezig als Stuiter aan komt lopen. Hij is nieuwsgierig naar alles wat er staat. Rozemarijn besluit om met Stuiter aan de picknicktafel te gaan zitten en laat de mand met groenten zien. Rozemarijn stelt vragen als:
- “Kijk eens wat ik heb meegenomen! Wat is dit allemaal?”
- “Wie weet waar paprika’s groeien? In een fabriek, of ergens anders?”
- “Heb jij wel eens iets uit de tuin gegeten?”
Laat Bevers de groenten één voor één beetpakken, voelen en ruiken. Zo betrek je zelfs de jongste bevers actief.
Rozemarijn vertelt: "Groenten groeien aan planten. Soms in de grond (zoals wortels), soms aan een struik of plant (zoals tomaten of paprika’s). In de lente en zomer groeien veel dingen goed in de tuin of op het veld. In de winter is dat moeilijker, want het is koud.”
“Sommige groenten die we eten, komen helemaal uit Spanje of Marokko met de vrachtwagen of het vliegtuig. Dat is een hele reis! Rozemarijn laat op een wereldbol zien waar deze landen liggen. En verteld: "Maar als we groenten eten uit de buurt of uit onze eigen tuin, dan is dat fijner voor de natuur. Dat noemen we: duurzaam.”
De Groentenschatjacht: "Kleuren van de natuur"
Hierna legt Rozemarijn de nadruk op de de kleur van de groente. “Groenten hebben allemaal verschillende kleuren, net als een regenboog. En al die kleuren zijn goed voor je lijf! Vandaag gaan we een eetbare regenboog maken met lekkere groenten uit het seizoen!”
Verdeel de groenten op kleur of soort in bakjes en zet ze klaar op een centrale plek (de “groentemarkt”). Verstop daarnaast per groente een exemplaar op verschillende plekken in de ruimte of buiten.
“De groentekabouter is haar schatten kwijtgeraakt – allemaal lekkere, gezonde groenten die verstopt zijn in de tuin/ruimte! Kunnen jullie helpen zoeken? Maar pas op: sommige groenten mag je alleen met je neus vinden, andere alleen met je handen…”
Zoekronde 1 – De Groentespeurtocht
Laat kinderen (per 2 of 3) zoeken naar verstopte groenten met verschillende opdrachten per ronde:
- Voel-opdracht: Geef elke bever een blinddoek. Verstop 3 groenten in zakjes. De bever voelt en raadt wat het is.
- Ruik-opdracht: bevers ruiken aan verschillende stukjes groente met gesloten ogen. Laat ze raden: “Wat ruik je? Is het fris, zoet, scherp?”
- Beweeg-opdracht: Elke bever trekt een kaartje met een groente en moet die nadoen met beweging (bijv. een kronkelende komkommer, een dikke pompoen die rolt, een wortel die in de grond groeit). Laat de rest raden!
- Zoek-opdracht: Verstop per groepje 1 specifieke groente en geef een hint (kleur, vorm of rijmpje): “Ik ben rood en rond, in de hoek op de grond!” – Tomaat
Proefronde – Durf jij te proeven?
Zet per groepje een klein proefbordje klaar met plakjes/staafjes van 3 groenten. Laat kinderen ruiken, voelen en eventueel proeven. Bespreek:
- “Welke is knapperig?”
- “Wat smaakt zoet?”
- “Welke kleur heeft jouw favoriet?”
Rozemarijn maakt, samen met de bevers, van alle groente een regenboog. Laat de bevers nogmaals ruiken, voelen, kijken en benoemen van de kleuren. de bevers mogen daarna hun favoriete groente ‘kiezen’ voor in de wrap (voor de vervolgende kookactiviteit).
Wraps maken
Nu alles als een regenboog klaar ligt ziet het er wel erg lekker uit. De bevers smeren zelf hun wrap in met hummus/spread. Ze kiezen groenten uit elke kleurcategorie om een “regenboog” te maken.
Oprollen en samen opeten.
Afronding
- Wat vond je het lekkerst?
- Welke kleur zat er allemaal op je wrap?
- Wat zouden we de volgende keer kunnen gebruiken uit onze eigen tuin of buurt?
Benodigd materiaal
Introductie
- Een mand met onbewerkte groenten (liefst in verschillende kleuren en vormen)
- Een wereldbol of kaart van Nederland (optioneel)
- Eventueel een tuinkratje of klein schepje
Groenten schattenjacht
- ± 6–10 verschillende soorten groenten (bij voorkeur seizoensgebonden), zoals:
- Wortel, komkommer, paprika, radijs, tomaat, bloemkool, spinazie, courgette, rode biet, kool
- Mandjes of bakjes voor de groenten
- Doeken of zakjes om groenten te verstoppen
- Blinddoekjes (of dassen)
- Kaartjes met groente-afbeeldingen (optioneel)
Wrap maken
- Volkoren wraps (1–2 p.p.)
- Seizoensgroenten (liefst lokaal/bio), bijvoorbeeld:
- Lente: radijs, wortel, spinazie, lente-ui
- Zomer: paprika, komkommer, tomaat, sla
- Herfst: biet, wortel, kool
- Winter: wortel, appel, rode kool (geraspt)
- Hummus, roomkaas of plantaardige spread
- Messen (kindvriendelijk of kartelmesjes)
- Schillen, snijplanken, kommetjes
Veiligheid
Gebruik beverproof messen en extra ogen van bijvoorbeeld een oudere speltak of ouders kan fijn zijn
Tips
Extra duurzaam:
- Gebruik herbruikbare borden/bekers/servetten.
- Composteer de groenteschillen.
- Koppel het aan een moestuinopkomst (bijv. sla of radijs zaaien voor een volgende keer).