Waarom / doel van de activiteit
In Zuid-Afrika vonden blanken een lange tijd, dat zij beter waren dan donkere mensen. Donkere mensen werden gediscrimineerd, dit werd bekend als apartheid. In dit spel kom je op een luchtige manier te weten, welke vooroordelen jij hebt.
Beschrijving van de activiteit
Elke speler krijgt:
- 1 ‘duim-omhoog’-kaart
- 1 ‘neutraal’-kaart
- 1 ‘duim-omlaag’-kaart
- 9 stellingen, als er minder dan 6 spelers zijn, 7 stellingen tussen de 6 en 10 spelers zijn óf 5 stellingen, bij meer dan 10 spelers
Elke speler houdt zijn kaarten geheim. In het midden van de tafel liggen:
- 1 stapel met de overige kaarten met stellingen
- 1 stapel met de overige ‘duim omhoog en duim omlaag’-kaarten, die door elkaar geschud zijn
- 1 ‘noodrem-struisvogel’-kaart en 1 ‘hollende- struisvogel’-kaart
Allereerst kies je een speler uit, die mag beginnen. Deze kiest een stelling uit en geeft die aan een andere speler. Deze speler leest de stelling hardop voor en geeft dan eerlijk aan of hij het eens of oneens is met de stelling en waarom. De andere spelers steken een ‘duim omhoog’-kaart op, als ze tevreden zijn met deze mening, een ‘duim omlaag’-kaart, wanneer ze ontevreden zijn met deze mening en een ‘neutraal’- kaart als ze geen mening hebben. Als spelleider laat je de spelers één voor één aan het woord, om hun mening toe te lichten. Op deze manier komt de discussie op gang. Als iedereen zijn mening heeft toegelicht, mag de speler die als eerste een antwoord gaf, zelf een stelling geven aan een andere speler. Op tafel liggen twee speciale kaarten, namelijk de ‘hollende struisvogel’ en de ‘noodrem struisvogel’. Je hebt als speler éénmaal per spel het recht om de ‘hollende struisvogel’, die in het midden van de tafel ligt, om te draaien. Namelijk op het moment dat je vindt dat een speler zich er te gemakkelijk vanaf maakt of het antwoord niet grondig genoeg motiveert, mag deze kaart worden omgedraaid. De speler die deze kaart krijgt probeert zijn antwoord te verduidelijken. Jij mag, als spelleider, deze kaart vaker trekken om de discussie vlot te trekken.
De ‘noodrem struisvogel’, deze kaart kan iedereen omdraaien zo vaak hij wil. Bijvoorbeeld op het moment dat het gesprek escaleert, als iemand in het nauw wordt gedreven of als iemand beledigd wordt. Als deze kaart gedraaid wordt, dan ligt het gesprek meteen stil en mag diegene, die de kaart heeft omgedraaid nog even verduidelijken waarom het volgens hem niet goed ging. Daarna wordt het spel voortgezet door de volgende speler. Je kan spelen zolang dit spel boeiend blijft voor de groep. Als iemand al zijn stellingen kwijt is, kun je hem nieuwe kaarten geven.
Benodigd materiaal
- 50 kaarten met stellingen. Deze kun je zelf verzinnen met je afdelingsgenoten, hier vind je enkele voorbeelden:
- Een man mag meerdere vrouwen hebben.
- In je buurt zijn er plannen om een asielzoekerscentrum te bouwen. Er is veel verzet van buurtbewoners. Wat is jouw standpunt?
- Je stapt in de bus. De enige plaats die nog vrij is, is naast een donkere man. Neem je plaats?
- Welk vooroordeel heb je, waar betrap je jezelf wel eens op?
- Welke vraag heb je altijd al willen stellen aan iemand van een andere cultuur?
- Behoort Afrikaanse muziek tot jouw cultuur?
- Bestaat er een Nederlandse cultuur en wat zijn voor jou eventuele kenmerken?
- Wat zou jij tegen een neonazi willen zeggen?
- Wat is een mannen taak?
- Wat is een vrouwen taak?
- 15 ‘duim-omlaag’-kaarten
- 15 ‘duim-omhoog’-kaarten
- 15 ‘neutraal’-kaarten
- 1 ‘noodrem struisvogel’-kaart
- 1 ‘hollende struisvogel’-kaart
Veiligheid
Je zorgt er, als begeleider, in ieder geval voor dat alle jongeren met een goed gevoel kunnen stoppen met het spel. Ook zorg je voor een duidelijk einde en evalueer je even met de groep wat ze ervan vonden.
Het is nuttig nog eens even op een rijtje te zetten, wat er allemaal aan bod is gekomen tijdens het gesprek.
Tips
Bereid het spel grondig voor en schat goed in of jouw groep dit spel aankan. Het kan behoorlijk confronterend zijn!