Waarom / doel van de activiteit

Welpen leren spelenderwijs over ongelukken en hoe daarmee om te gaan en op te reageren.

Beschrijving van de activiteit

De letters A, B en C zijn in 3 hoeken geplaatst op een ren je rot spel manier. Deze quiz kan gebruikt worden bij het vaardigheidsinsigne EHBO of ter introductie van een opkomst/programma EHBO.

1. Waar staan de letters EHBO voor?
A. Eerste Hulp Bij Oponthoud.
B. Eerste Hulp bij Ongevallen.**
C. Eerste Hulp Bij Ongelukken.

2. Wat is het alarmnummer in Nederland voor brandweer, politie en ambulance?
A. 06-11.
B. 112.**
C. 911.

3. Wat hoef je niet te doen als je bij een ongeluk aan komt?
A. Op gevaar letten voor jezelf.
B. Het slachtoffer ter plaatste helpen.
C. Hart van Nederland opbellen.**

4. Welk weefsel in je lichaam kan zich samentrekken en ontspannen?
A. Spierweefsel.**
B. Zenuwweefsel.
C. Botweefsel.

5.Wanneer gebruik je de Heimlich greep?
A. Als je iemand wilt omdraaien.
B. Als iemand zich verslikt heeft.**
C. Als je iemand wilt verplaatsen.

6. Je vriendje zegt tegen je dat hij zich niet zo lekker voelt, hij wordt ook een beetje wit. Op eens zakt hij door zijn knieën en valt op de grond. Wat is er aan de hand met je vriendje?
A. Hij is flauwgevallen.**
B. Hij wil aandacht.
C. Hij heeft zijn been gebroken.

7. Je hebt je verbrand, je huid doet pijn en ziet rood. Wat moet je doen?
A. De leiding (laten) roepen en koelen onder lauw stromend water.**
B. De leiding roepen zodat je naar het ziekenhuis kan.
C. Niks, het gaat vanzelf wel over.

8. Wat is een mitella?
A. Een drukverband.
B. Een pilletje tegen hoofdpijn.
C. Een driehoek-doek, waarmee je een bezeerde arm kunt ondersteunen.**

9. Je hebt jezelf per ongeluk met je zakmes gesneden in je arm. Waarmee maak je de wond niet schoon?
A. Water.
B. Chloor.**
C. Afwasmiddel.**

10. Wat moet je doen als je tijdens het koken de vlam in de pan krijgt?
A. Water op het vuur gooien.
B. Deksel erop doen.**
C. Gasfornuis uitzetten.**

11. Je zit bij een kampvuur. Hoe gedraag je je bij een kampvuur zodat het leuk en veilig blijft?
A. Je prikt gezellig takken in het vuur, die branden en dan heb je een mooie fakkel om mee boven je hoofd te zwaaien.
B. Er staat een emmer water naast het vuur, het brandhout ligt verderop en jij zit op gepaste afstand van het vuur.**
C. Je hebt je regenpak aan en gooit hout op het vuur.

12. Tijdens het lopen van een tocht heb je een blaar opgelopen, dat doet pijn. Prik je de blaar door?
A. Ja natuurlijk, dan ben ik van de pijn verlost!
B Nee, dat moet je nooit bij blaren doen.
C. Liever niet, heb je er heel veel last van? Prik de blaar dan door, maak wel eerst alles schoon!**

13. Je hebt een vliegje in je oog, wat doe je als eerste?
A. Vragen of iemand met een gaasje het vliegje er voorzichtig uit kan halen.**
B. Wrijven, zodat het vliegje uit mijn oog gaat.
C. Niks, ik wacht totdat hij vanzelf er uit gaat.

14. Tijdens een spel stap je net in een kuil, je verstuikt je enkel. Wat doe je als eerste?
A. Koelen met ijs of water.**
B. Gaan zitten met mijn been omhoog.
C. Gewoon verder gaan.

15. Eerste hulp verleen je door het doorlopen van vijf stappen. Wat is stap 1?
A. Help het slachtoffer waar hij/zij zit of ligt.
B. 112 bellen.
C. Let op gevaar!**

16. Welke beestjes bijten zich in je huid vast, om op die manier bloed op te zuigen?
A. Wespen.
B. Teken.**
C. Muggen.**

17. De teek kan de ziekte van Lyme met zich meedragen, hierdoor kan je heel erg ziek worden. Wat kan je doen om te zorgen dat je geen teken op je lichaam krijgt?
A. Een pet dragen.
B. Bedekkende kleding dragen.**
C. Niet in lage struikjes en onder loofbomen spelen.

18. Wespen en bijen kunnen gemeen steken, waardoor je pijnlijke bulten krijgt. Bij één van de twee kan je bij de steek ook de angel aantreffen. Is dat de wesp of de bij?
A. Bij.**
B. Wesp.

19. Wat kan je doen als jouw kleren in de brand staan?
A. Rollen over de grond.**
B. In het water springen als dat dicht bij is.**
C. Je laten inrollen in een blusdeken of jas.**
(Alle drie de antwoorden zijn goed!)

20. Een mitella is een driekante doek om een zere arm te ontlasten. Aan welke kant maak je de knoop in de nek?
A. Aan de kant van de zere arm.
B. Aan de kant van de gezonde arm.**
C. Maakt niet uit.

21. Je zusje heeft een legoblokje in haar oor gestopt, wat moet je doen?
a. Laten zitten, dat komt wel goed.
b. Voorzichtig met een pincet eruit proberen te halen.
c. De dokter bellen, maar zelf verder niks doen.**

22. Waarom leg je een washandje op de plaats van een insectensteek?
a. Dat moet je niet doen! De bacteriën op het washandje zou de plek alleen maar kwaad doen.
b. Geen idee, maar het moet wel.
c. Om de plek af te koelen.**

23. Kun je het beste over blauw of over wit ijs lopen?
a. Blauw ijs.**
b. Wit ijs.

24. Je hebt maar één fles water, hoe verdeel je het?
a. Ik drink regelmatig wat slokjes.**
b. Ik drink om een lange tijd heel wat.

25. Waar zorgt de stabiele zijligging niet voor?
a. Dat het slachtoffer blijft ademen.**
b. Dat de tong in de wang en niet in de keel ligt, dit zou voor verstikking kunnen zorgen.
c. Dat bloed en slijm uit de mond kan lopen.

26. Waarom mag je niet weg bij een slachtoffer dat je in de stabiele zijligging hebt gelegd?
a. Omdat je de ademhaling moet blijven controleren.**
b. Omdat het slachtoffer niet meegenomen mag worden door vreemden.
c. Dat hoeft niet, omdat de ambulance er aankomt (als je tenminste iemand hebt laten bellen).

27. Wat gebeurt er met een botbreuk die niet behandeld is?
a. Het lichaamsdeel met de breuk funtioneert slechter of niet meer.
b. De persoon of het dier gaat dood.
c. Het kan dan gebeuren dat het bot verkeerd vastgroeit.**

Open vragen:

1. Wat moet er op een brandwond? (lauw) Water.
2. Met wat maak je een mitella bij de elleboog vast? Veiligheidsspeld.
3. Bacterievrij of schoon noem je ook wel ? Steriel.
4. Welk nummer moet je bellen als er dringend hulp nodig is (voluit)? 112.
5. Wat krijg je als er vuil bij een wond komt? Infectie.
6. Met welke knoop maak je een mitella vast? Platte knoop.
7. Een schaafwond maak je schoon met water en alcohol, wat doe je er daarna op? Niks! Laten drogen aan de lucht. 
8. Als je veel moet lopen in te krappe schoenen kan je op je voet ... krijgen. Blaren.
9. Als iemand geen adem meer krijgt, ga je? Reanimeren (en 112 bellen!).

Benodigd materiaal

• Bordjes of papier met de letters A, B en C voor een ren-je-rot spel.

Tips

• Samen met andere EHBO-spelen kun je een soort hoekenspel maken. In elke hoek een ander EHBO-spel.
• Je kan deze activiteit gebruiken bij het insigne EHBO.
• Deze activiteit heeft betrekking op het duurzame ontwikkelingsdoel: doel 3 Goede gezondheid en welzijn.