Waarom / doel van de activiteit
Werk als één groep samen om genoeg bananen te oogsten door uitdagende opdrachten te volbrengen en zo de gezamenlijke oogst te redden.
Beschrijving van de activiteit
De jeugdleden zijn een grote familie bananenboeren. Het is het oogstseizoen en alle bananen moeten geplukt worden. Als dat niet op tijd gebeurd is, verdienen ze geen geld. Dat is erg jammer, want ze hebben al het geld nodig om nieuwe bananenplantjes te kopen zodat er het volgend jaar weer een nieuwe oogst is! Daarom moeten ze ervoor zorgen dat er bijvoorbeeld 1000 kilo bananen geplukt worden. De hele groep krijgt opdrachten die ze tot een goed einde moeten brengen. Daarvoor moeten de jeugdleden samenwerken. Wanneer ze in de opdracht slagen, krijgen ze een bepaald aantal kilo bananen.
Bananen plukken
In het lokaal hangt een banaan (op +- 1,8 meter hoogte). Persoon A wordt geblinddoekt en doet de schoenen uit. Daarna zet deze persoon een stap in de lucht. Persoon B gaat op de buik liggen, onder de voet van A. Persoon A zet van hieruit weer een andere stap in de lucht. Persoon C gaat op handen en knieen zitten zodat A op zijn of haar rug kan stappen. Opgelet: persoon A mag de grond niet raken. Zo klimt hij of zij naar boven tot de banaan binnen handbereik is. Daarna komt hij of zij op dezelfde manier weer naar beneden. Er zijn ook twee of meer jeugdleden die A vasthouden zodat die niet valt.
Bananen transporteren
De groep staat in een cirkel. Iemand krijgt een bal (= banaan) en steekt die tussen zijn/haar kin en borstkas. Degene ernaast neemt de bal over door die tussen zijn/haar kin en borstkas te klemmen en geeft hem zelf weer door aan de volgende.
Bananen in de bananenboom
De groep staat in een cirkel en haakt met de armen in elkaar. Jeugdlid 1 trekt zijn of haar benen in zodat hij of zij boven de grond hangt. De buren zorgen ervoor dat hij of zij zeker niet valt. Terwijl het jeugdlid daar hangt, zegt hij of zij: "Ik hang in de bananenboom en ik geef de banaan door aan 2." Hierna zet het jeugdlid de voeten weer op de grond. 2 is nu de banaan, dus trekt zijn voeten in en zegt "Ik hang in de bananenboom en ik geef de banaan door aan..." Enzovoort.
Bananen vervoeren naar de stad
De bananen moeten zo snel mogelijk in de stad geraken. Iedereen vertrekt vanuit het dorp (de ene kant van het lokaal) en moet naar de stad (de andere kant van het lokaal). Tafels, stoelen, zetels etc. dienen als obstakels op weg naar de stad. Om de beurt vertrekt iemand met een voorwerp (= banaan) naar de stad. Pas als die persoon terug is, mag de volgende vertrekken. Om het moeilijker te maken, kun je de leden ook per 2 of per 3 vastbinden. Of iemand zit op de rug van iemand anders ( = de kar waarin de bananen vervoerd worden). Belangrijk is dat de bananen op tijd in de stad geraken! Spreek dus op voorhand een tijdslimiet af.
Bananen op een hoopje
Met zoveel mogelijk op een stoel. Per +/ zes deelnemers is er een opgevouwen krant. Met z'n allen moeten ze op die ene krant staan gedurende een bepaalde tijd, zonder de grond te raken. Dat alles moet binnen een bepaalde tijdslimiet lukken.
Bananen in de puree (samenwerken om iets op te lossen)
Twee deelnemers verlaten het lokaal. De rest staat in een kring en geeft elkaar een hand. Iedereen kruipt onder armen door, stapt over armen, maakt een draaibeweging zonder dat de handen gelost worden. Na een tijdje zit het groepje behoorlijk in de knoop. Het is nu aan degenen die niet gekeken hebben om de warboel uit elkaar te halen zonder dat er handen worden losgelaten.
Bananentrossen maken
Alle leden zijn bananen en gaan in een cirkel staan. Iedereen draait nu zo dat alle gezichten één kant op staan. Dan zet je met heel de groep stapjes naar het midden zodat de cirkel kleiner en kleiner wordt. Let wel op dat het een cirkel blijft en geen ei wordt! Als iedereen dicht genoeg bij elkaar staat en je niet meer naar het midden kunt stappen, gaan alle banaantjes zitten zodat ze mooi in elkaars schoot passen, zoals een tros bananen. Nu kun je proberen te lopen!
Bananenparcours (de weg door de bananenvelden)
Een groep moet van punt A naar punt B geraken zonder de grond te raken. Per 4 personen krijg je twee kranten en een stoel. Raakt iemand de grond, dan moet het groepje terug naar het begin.
Banaandansen (de boeren moeten ervoor zorgen dat ze tijdens het plukken niet op de kleine bananenplantjes trappen!)
Er wordt met krijt een lijn getrokken van een tiental meter (of met een touw een rechte lijn gelegd). Aan beide uiteinden van de lijn staat een ploeg. Beide groepen proberen naar het andere uiteinde van de lijn te geraken door als koorddansers erover te wandelen. Beide ploegen starten op hetzelfde moment, zodat de spelers elkaar moeten kruisen zonder dat iemand van de 'koord' valt. Ze moeten elkaar dus helpen!
Banaan, mango, kiwi
Iedereen zit in een cirkel op een stoel. Een jeugdlid staat in het midden. Degenen die in de cirkel zitten, zijn afwisselend een banaan, een mango of een kiwi (dus jeugdlid 1 = banaan, jeugdlid 2 = mango, jeugdlid 3 = kiwi, jeugdlid 4 = banaan, enz.). Degene die in het midden staat, roept bijvoorbeeld "banaan". Alle jeugdlid die een banaan zijn, moeten nu van stoel verwisselen. Degene in het midden probeert ondertussen op een stoel te gaan zitten. Wie overblijft, moet nu in het midden. Je mag natuurlijk ook meerdere stukken fruit tegelijk roepen, bv. banaan en mango.
Wat weet je over bananen?
Hou een quiz. Verdeel de groep in kleine groepjes of speel als een grote groep. Wanneer de groep de oplossing weet, moet iedereen eerst rond de tafel lopen, eronder kruipen en er vervolgens op gaan staan.
- Een banaan groeit aan: a) een boom, b) een plant, c) een struik.
- Een banaan wordt geplukt als ze a) groen, b) geel of c) blauw ziet.
- Een banaan groeit a) naar het licht, b) naar het donker, c) naar de grond.
Bron
Benodigd materiaal
Algemeen
- (Nep)bananen, ballen of andere gele voorwerpen (als “bananen”)
- Blinddoeken
- Stoelen
- Kranten (liefst oude, makkelijk te vervangen)
- Timer / stopwatch (telefoon kan ook)
- Scoreblad of whiteboard + stift (om kilo’s bananen bij te houden)
- Eventueel lint, touw of sjaals (om deelnemers vast te binden)
Bananen plukken
- 1 (nep)banaan of voorwerp om op te hangen
- Touw, haakje of tape (om de banaan op ± 1,8 m hoogte te hangen)
- Blinddoek
Bananen transporteren
- 1 bal per groepje (tennisbal, foam bal, kleine zachte bal)
Bananen vervoeren naar de stad
- Voorwerpen als "bananen" (ballen, blokken, pittenzakjes)
- Obstakels: tafels, stoelen, banken, zetels
- Touw/lint (voor vastbinden in duo’s of trio’s)
- Timer
Bananen op een hoopje
- Stoel(en)
- Opgevouwen kranten (1 per ± 6 deelnemers)
- Timer
Bananenparcours (bananenvelden)
- Kranten (2 per 4 deelnemers)
- Stoel(en)
- Begin- en eindpunt (bijv. met tape gemarkeerd)
Banaandansen
- Krijt of een lang touw/lint
Banaan, mango, kiwi
- Stoelen (1 per deelnemer, min 1)
Wat weet je over bananen? (quiz)
- Quizvragen (op papier of in je hoofd)
- Tafel
- Eventueel papier en stift om antwoorden bij te houden
Veiligheid
- Bij "Bananen plukken": Zorg dat er altijd twee deelnemers naast persoon A staan om te ondersteunen en speel dit onderdeel op een zachte ondergrond of met matten eronder.
- Bij "Bananen vervoeren naar de stad": Zet tafels en stoelen stevig neer en spreek af dat er niet gerend wordt tijdens het vervoeren van de bananen.
Tips
- Je kunt na elke opdracht ook enkele ingredienten geven waarmee we op het einde van het spel samen bananenmilkshake, fruitsla of bananasplit maken.
- Wil je een meer competitief spel, kijk dan eens bij Strijd om de bananenvelden.