Print deze pagina
maandag, 31 augustus 2015 02:00

Het grote geldspel

Beoordeel dit item
(3 stemmen)

Waarom / doel van de activiteit

Spelers inzicht geven in keuzes maken met geld.

Beschrijving van de activiteit

De basis van het grote geldspel is in feite een postenspel. Bij iedere post is er geld te verdienen. Hoeveel geld ieder groepje (3-4 leden) heeft, staat op een papier dat ze bij zich dragen. Hoe sneller of beter een post gedaan wordt, hoe meer geld er te verdienen is. Gemiddeld is de score 10 euro. Als een post sneller gedaan wordt of langzamer, dan wordt er bijvoorbeeld 16 euro of maar 3 euro verdiend. Bij iedere post is een hulpmiddel te huur waardoor de post makkelijker wordt of sneller gedaan kan worden. Moeten er sommetjes opgelost worden, dan kan een rekenmachine gehuurd worden, moet er gerend worden dan kan een fiets gehuurd worden etc. Het leuke is nu dat het om het even is of je de fiets huurt of niet; de post gaat dan wel sneller, waardoor je meer verdient, maar je bent toch eenmalig de huur kwijt. De groepjes moeten dus bij iedere post afwegen hoe ze de post zullen doen.

Ergens op het terrein staat de jurytafel. Bij de jurytafel staat een groot bord waar alle posten op staan. De jury (2 of meer mensen) houdt de tijd bij, die elk groepje aan een post besteedt. Zoveel mogelijk posten beginnen en eindigen dan ook bij deze tafel. De posten die ergens anders zijn moeten extra bemand worden. Het hangt dus van deze posten af, hoeveel leiding er in totaal nodig is. De jurytafel dient ook als EHBO-post en als informatiebalie.

Verder zitten er in het spel de volgende elementen:

  • De belastinginspecteur: Deze figuur, voorzien van koffertje en een lange jas loopt over het terrein. Als hij een groepje heeft getikt dan trekt hij 10% van hun kasinhoud af, en schrijft een nieuw tegoed op het papier van het groepje. Er moet natuurlijk wel opgelet worden, dat alle groepjes even vaak gepakt worden.
  • De expert: De expert zit in het midden van het terrein, onder een groot bord 'expert te huur, € 8. De groepjes kunnen de expert inhuren voor wat ze maar willen. Ze kunnen hem laten rennen, sommen laten oplossen, of wat ze maar verzinnen. Een groepje kan natuurlijk ook de fiets huren, en de expert laten fietsen. Dit geheel naar eigen inzicht van de groepjes, als ze maar betalen.
  • De loterij: Hier kunnen de groepjes geld inzetten en m.b.v. een dobbelsteen bepaalt het lot of ze wat gewonnen. Overleg binnen de groep over wel of niet gokken is natuurlijk heel belangrijk.
  • Koek en zopie: Bij deze post kun je chocomel (€ 2 en koekjes (€ 1) kopen zo vaak je maar wilt. Sommige groepjes zullen al hun geld opdrinken, andere delen met z'n 4-en één bekertje of kopen niets.
  • De bank: Bij deze post kun je een bankrekening openen om geld op te zetten of juist geld afhalen. Hier krijg je een kleine rente voor (bijvoorbeeld 5% van de inleg per half uur). Er valt ook geld te lenen tegenover een rente (bijvoorbeeld 5% van de inleg per half uur). Met een beetje fantasie zijn er nog wel meer elementen bij te verzinnen.

Voorbereiding
Er moeten ongeveer 15 posten bedacht worden voor een spel van ongeveer 2 uur. Bij iedere post moet een hulpmiddel zijn en er moet bepaald worden hoeveel er met elke post verdiend kan worden. Voorbeeld: als een gemiddeld groepje 2 minuten doet over een post, dan stel je dat met 2 minuten 10 euro verdiend kan worden. Doet een groep de post 5 seconden sneller, dan verdienen ze 11 euro. 10 seconden sneller betekent 12 euro etc. Op het kaartje wat bij de post komt te hangen schrijf je:

  • 2 min = € 10,-
  • 5 sececonde sneller + € 1,-
  • 5 seconden langzamer - € 1,-
  • huur fiets = € 6,-

Als een post gemiddeld bijvoorbeeld 7 minuten duurt, dan stel je dat met 20 seconden meer of minder, 1 euro minder of meer verdiend kan worden. Het wel of niet slagen van het spel hangt af van het evenwicht tussen de verdienste en de huur van het hulpmiddel. Dit moet gewoon experimenteel bepaald worden door elke post zelf te doen en de tijd op te nemen. Als alle posten klaar zijn en overal hangt een kaartje met de tijdindex en de huur, dan moeten alle gegevens van de posten (score, winst per 5 sec., huur) op een papier geschreven worden dat op de jurytafel komt te liggen.

Voor ieder groepje moet een papier gemaakt worden waarop wordt bijgehouden hoeveel er in kas is. De groepjes dragen dit papier bij zich. Bovenaan het papier moet ruimte zijn voor de naam van het groepje. Daaronder moeten 3 kolommen getekend worden. In de eerste kolom komt het kastegoed van het groepje te staan. Iedere groep begint met 10 euro. In de tweede kolom komen onder elkaar de nummers of namen van alle posten te staan, die in die volgorde moeten worden doorlopen (elke groep begint met een ander post). De loterij en de chocomel post hoeven niet als post genoemd te worden, maar het kan wel. De derde kolom is voor de score per post. Hierin wordt opgeschreven hoeveel een post heeft opgeleverd, hoeveel ze aan huur moesten betalen, hoeveel belasting er is ingenomen of hoeveel de chocomel kostte. In de eerste kolom staat dus alleen te lezen hoeveel het actuele tegoed is, in de laatste kolom staat hoeveel er telkens is bijgekomen of is afgegaan.

Verloop van het spel
Als het spel is uitgelegd (evt. met voorbeeld) dan kunnen er groepjes van 3-4 man gemaakt worden. Ieder groepje krijgt een papier en trekt zich terug om z'n naam te verzinnen en in te vullen. Daarna komen ze bij de jurytafel, alwaar ze naar hun eerste post worden verwezen. Hoe langer het spel duurt, hoe meer geld de groepjes hebben (als het goed is) en hoe enthousiaster ze worden. Als de tijd om is (2 uur is makkelijk te vullen) is de winnaar het groepje met het meeste geld in kas.

Voorbeelden van posten:

  1. Tekst lezen (en melden) die 500 m. verderop in het bos hangt. Fiets te huur.
  2. Tekst lezen die boven in een boom hangt. Ladder te huur.
  3. Sommetjes oplossen. Rekenmachine te huur.
  4. Geheimschrift oplossen. Sleutel te huur.
  5. Pion zoeken in bos. Plattegrond met groot rood kruis te huur.
  6. Parcours afleggen met zwaar blok hout. Mag alleen, maar ook met meerderen. Ieder die meesjouwt kost een bepaald bedrag.
  7. Zinnetje in het Engels vertalen. Woordenboek te huur.
  8. Puzzel leggen. Voorbeeld te huur.

Voorbereidingstijd

30 minuten aan spellen bedenken en uitzetten en geld maken.

Benodigd materiaal

  • Opdrachten (hoe meer opdrachten hoe meer spelers en hoe langer het spel duurt.
  • Nepgeld (bijvoorbeeld monopolygeld).

Tips

  • Het spel is zodanig van opzet dat er gemakkelijk nieuwe posten bij verzonnen kunnen worden, of nieuwe elementen; bijvoorbeeld een struikrover of een lollyverkoper.
  • Belangrijk is dat de groepen alle elementen naar eigen inzicht mogen gebruiken en dat niets vast ligt. Een groep mag dus gerust het woordenboek huren, en de expert laten vertalen, of deze persoon inhuren om voor het groepje chocomel te halen.
Lees 6308 keer Laatst aangepast op zaterdag, 05 december 2020 12:06
Log in om reacties te plaatsen